FAQ.

Ja, dat is mogelijk. Op de laatste bladzijden van de Sita-prijslijst staat een overzicht van vaak bijbestelde onderdelen.

Naar de prijslijst

Volgens DIN 1986-100, punt 14.2.4.1, moet de planner controleren of door de wind veroorzaakte regen op gevels invloed heeft op de hemelwaterafvoer en deze dus moet worden opgeteld bij het dakoppervlak dat van invloed is op de afvoer.

Volgens het Merkblatt zur Bemessung von Entwässerungen der Flachdachrichtlinie, Pkt. 1.3.12, moeten grotere geveloppervlakken van 3 m of meer voor 50% worden meegerekend.

Hoe meer informatie, hoe beter. Maar natuurlijk alleen die betreffende het dak, het daktoezicht, het hellingplan, de isolatiehoogte op het laagste punt, de plaats van de BV, ballast, contactgegevens, enz. U hoeft alleen het betreffende formular in te vullen voor het SitaSorglosPaket.

Nee, helaas kun je dat niet algemeen zeggen, omdat bij de berekening met te veel factoren rekening moet worden gehouden.

Zo moet sinds maart 2002, met deel 100 van DIN 1986, bij de dimensionering van de afwatering van platte daken worden uitgegaan van locatiespecifieke neerslaggegevens, zodat in het noorden van Duitsland theoretisch grotere oppervlakken met een dakkolk kunnen worden afgewaterd dan in het zuiden.

Een belangrijke beïnvloedende factor is ook de statische reserve van de dakconstructie, evenals of het dak al dan niet met ballast is gepland.

Volgens DIN 1986-100 moeten voor elk laag punt in het dak een dakkolk en een noodafvoersysteem worden voorzien resp. moet het mogelijk zijn om het water van elke dakkolk naar een noodafvoersysteem te laten stromen, dat krachtig genoeg is om ten minste het verschil tussen de gemiddelde regen en de berekende regen af te voeren. Alleen bij massieve plafonds, waarbij een overstromings- en overbelastingscontrole is uitgevoerd, kan van noodafvoer worden afgezien. Dan moet echter ook worden aangetoond dat bij terugstuwing naar het dakvlak de statische factor van het dak niet wordt overschreden en de afdichtingsbaan hoog genoeg is aangebracht om te voorkomen dat water ergens binnendringt en het gebouw beschadigt. Sita adviseert om altijd voor een noodafvoer te zorgen, bv. om een overloop te hebben in geval van een verstopte hoofdafvoer, zodat het dak niet volledig volloopt.

In verband met bv. verschillende lineaire uitzetting, geluidsoverdracht en condensatie mogen de producten niet direct in beton worden geplaatst. Voordat ze in beton worden geplaatst, moeten de producten van een ommanteling, zoals een wikkelvlies, worden voorzien.

Volgens DIN 1986-100, punt 5.3.1, hoeft regenwater niet per se via het waterafvoersysteem te worden afgevoerd, maar mag het in individuele gevallen ook op andere manieren worden afgevoerd, indien het gebouw tegen het binnendringen van vocht is beschermd en het neerslagwater ongehinderd en zonder schade voor derden kan wegstromen of wegsijpelen.

Helaas heeft Sita Bauelemente geen cijfers waarmee de geluidsontwikkeling door deze twee systemen kan worden vergeleken.

Om de geluidsoverdracht van een waterafvoersysteem tot een minimum te beperken, moet dit met behulp van een geschikte bevestigingstechniek van het gebouw worden losgekoppeld.

De SitaPipe PP buis is alleen geschikt voor conventionele dakwaterafvoer. Voor waterafvoersystemen onder druk, de SitaDSS-systemen, biedt Sita buizen en fittingen van polyethyleen (PEHD) en het SitaPipe Edelstahl-buissysteem.

Om er zeker van te zijn dat er ten minste 20 mm isolatie onder de buis kan worden gelegd, is ca. 120 mm vereist. Bij de 20 mm WLG 040-isolatie is in een bouwfysische analyse onder standaardomstandigheden geen dauwpuntonderschrijding te verwachten.

Ja. Condensatiewater (ook condenswater of dauwwater genoemd) is het water dat op een koel oppervlak condenseert zodra lucht met waterdamp afkoelt tot onder het dauwpunt. De buiswand kan door de verbinding met de buitenlucht zodanig afkoelen dat de waterdamp in het daklagenpakket condenseert.

Door het inbouwen van droge thermische isolatie en het zorgvuldig leggen/plakken van de benodigde dampschermen wordt de vorming van condensatie in het daklagenpakket tot een minimum beperkt. Condensvorming aan de binnenzijde van de verwarmde ruimte eronder kan o.a. worden voorkomen door te zorgen voor voldoende isolatiedikte onder de SitaKaskade Inside-componenten.

Volgens de erkende regels van de techniek is het niet mogelijk om een drempelloos balkon met alleen waterafvoeronderdelen af te wateren. Voor deze speciale constructie zijn altijd aanvullende maatregelen nodig betreffende de afdichtbaan, de helling en ook de balkondeur.

Al dan niet noodzakelijk zijn van noodafvoer wordt niet door de ballast bepaald. Bij groendaken op betonplaten zou kunnen worden afgezien van noodafvoer, bij lichte dakconstructies moet altijd een noodafvoer worden voorzien, DIN 1986-100, punt 5.8.2.2.

Het begrip retentie betekent hier het vasthouden van regen. Voor platte daken betekent retentie dat regenwater wordt tegengehouden, bijvoorbeeld met behulp van ballast zoals grind en extensieve of intensieve begroeiing. Sita gebruikt de term retentie voor gesmoorde dakkolken als gevolg van afvoerbeperkingen.

Om een dakkolk voor waterafvoer onder druk goed te renoveren, moet in de dakkolk een functioneel onderdeel worden aangebracht, dat voorkomt dat er lucht in het systeem terecht kan komen, bv. SitaAirstop. Bovendien is het noodzakelijk dat de terugstuwafdichting tussen de dakkolk en het verhogingselement stabiel en permanent dicht blijft, ook bij bewegingen in het dak of wanneer de dakkolk en de aangesloten buis volledig gevuld zijn.

De SitaSani 160 DSS met Airstop is daarom alleen geschikt voor bestaande dakkolken voor waterafvoer onder druk met een trechterdiameter van 160 mm. Bij grotere trechterdiameters kan Sita de functionaliteit niet bevestigen.

Ja, volgens DIN 1986-100, punt 5.8.4, moet bij renovatie de afvoercapaciteit van het bestaande waterafvoersysteem worden gecontroleerd. Ook moet worden nagegaan of er noodafvoersystemen aanwezig zijn, of deze voldoende zijn gedimensioneerd en correct zijn aangelegd.

De drukverliescurve geeft aan hoe groot de luchtverversing in m³/h bij een overeenkomstige druk is, wanneer de SitaVent systeemventilator met een beschermrooster of met een regenkap wordt gebruikt. Met deze informatie kan een mechanisch ventilatiesysteem voor bijvoorbeeld ongeventileerde badkamers worden gekozen.

Naar de drukverlieskarakteristiek

Ja, SitaVent Fireguard is geschikt voor industriehallen met trapeziumvormige plaatstalen daken, die moeten voldoen aan de brandveiligheidseisen volgens DIN 18234 of de Industriebaurichtlinie.

De Sita-oplossingen voor F-eisen worden boven een verklaring van deskundigen weergegeven. Daar vindt u een installatievoorbeeld met de SitaVent systeemventilator.

In de deskundigenverklaring wordt verwezen naar de Muster-Leitungsanlagenrichtlinie, waarin componenten van onbrandbare materialen in F90-plafonds zijn toegestaan. Dit betekent dat als buisdoorvoer ook de SitaKaskade Fluid doorvoer kan worden gebruikt. Aangezien deze volledig uit roestvrij staal bestaat.

De Sita-oplossingen voor F-eisen worden boven een verklaring van deskundigen weergegeven. Daar vindt u een installatievoorbeeld met de SitaVent systeemventilator. Zie de link naar de verklaring en de link naar SitaTip 009.

In de deskundigenverklaring wordt verwezen naar de Muster-Leitungsanlagenrichtlinie, waarin componenten van onbrandbare materialen in F90-plafonds zijn toegestaan. Dit betekent dat als buisdoorvoer ook de SitaKaskade Fluid doorvoer kan worden gebruikt. Aangezien deze volledig uit roestvrij staal bestaat.

Ja, de SitaPipe PP-buis is geschikt voor gebouwen met een hoogte tot 15 m, omdat de buis en de aansluitingen zijn goedgekeurd voor een overdruk tot 1,5 bar.

Voor de SitaPipe buissystemen en ook voor het SitaDSS buissysteem bestaan overeenkomstige montage- en installatiehandleidingen, waaruit bv. bevestigingsafstanden kunnen worden afgeleid.